Er zijn dus al grote stappen gezet om de traditionele eiwitbronnen (soja- en palmproducten) in diervoeders te vervangen door duurzamere grondstoffen. Maar de ontwikkelingen gaan door. In Europa wordt bijvoorbeeld steeds meer gewerkt aan de teelt van plantaardige eiwitbronnen, zoals erwten, bonen en lupine. Algen, wieren en eendenkroos kunnen ook een interessante eiwitbron zijn. Hiervoor is bovendien geen schaarse landbouwgrond nodig.
Daarnaast kunnen bacteriën en gisten via fermentatieprocessen hoogwaardige eiwitten produceren die ingezet kunnen worden in mensen- en dierenvoeding.
Procestechnologische innovaties
Een andere ontwikkeling is de raffinage van gewassen en gewasresten. Uit gras kan een eiwitrijke fractie geïsoleerd worden voor verwerking in varkens- en pluimveevoeders. Het restproduct hiervan kan gebruikt worden in herkauwerrantsoenen.
Uit bietenloof kan op een vergelijkbare manier eiwit gewonnen worden (rubisco). Deze procestechnologische innovaties zorgen ervoor dat gewassen en nevenstromen steeds efficiënter en duurzamer benut worden voor de voeding van mens en dier.