Behoud van bos en natuurgebieden

Nevedi zet zich in om ontbossing en andere schade aan natuurgebieden in Zuid-Amerika en Azië te stoppen. Door samenwerking met lokale telers en verwerkers. Nederland is hier uniek in.

In het kort

  • Nevedi is zich bewust van de impact die de teelt van gewassen elders in de wereld heeft op ecosystemen.
  • Nevedi zet zich in om ontbossing en andere schade aan natuurgebieden in Zuid-Amerika en Azië te stoppen.
  • Dat doen we door verduurzaming van teelten te stimuleren, onder meer door de aankoop van gecertificeerd duurzame soja- en palmproducten.
  • De Europese Ontbossingsverordening (EU Deforestation Regulation, EUDR) is op 29 juni 2023 in werking getreden. De wet moet ervoor zorgen dat producten en grondstoffen niet bijdragen aan ontbossing of degradatie van natuurgebieden.
  • Nevedi streeft naar minder afhankelijkheid van grondstoffen van buiten Europa en naar minder gebruik van grondstoffen die ook geschikt zijn voor consumptie door mensen.

Bossen beschermen

De import van diervoedergrondstoffen ligt onder vuur vanwege de relatie met ontbossing en andere negatieve gevolgen voor milieu en arbeidsomstandigheden in Zuid-Amerika en Azië. Dat is niet helemaal onterecht want in het verleden werden regenwouden gekapt en natuurgebieden ontgonnen voor de teelt van gewassen voor voedsel voor mens en dier in Europa. Dat gebeurt helaas ook nu nog.

Grondstoffen buiten Europa

Soja(producten) en producten uit de palmolie-industrie zijn de bekendste voorbeelden van diervoedergrondstoffen die geïmporteerd worden van buiten Europa.
De sojateelt in Zuid-Amerika en de oliepalmplantages in Azië bedreigen de ecosystemen aldaar. Nevedi zet zich daarom in om deze praktijken te stoppen. Dat doen we door verduurzaming van de teelt te stimuleren en door minder afhankelijk te worden van grondstoffen van buiten Europa. Ook willen we minder grondstoffen gebruiken die ook geschikt zijn voor consumptie door mensen.

De Europese Ontbossingsverordening (EU Deforestation Regulation, EUDR) is op 29 juni 2023 in werking getreden. De wet moet ervoor zorgen dat producten en grondstoffen niet bijdragen aan ontbossing of degradatie van natuurgebieden. Vooralsnog geldt de wet voor soja, palmolie, hout, cacao, rubber, koffie en rundvlees. Vanaf 30 december 2023 moet iedereen die deze grondstoffen of producten op de EU-markt brengt zich houden aan de eisen in de EUDR. In geval van soja en palm heeft deze verordening daarom ook gevolgen voor de diervoedersector, ondanks het feit dat ‘mengvoer’ niet genoemd wordt in de lijst van relevante producten (Annex I in de EUDR).

In de afgelopen maanden heeft Nevedi, samen met het Comité van Graanhandelaren en de brancheorganisatie voor oliën en vetten (MVO) bijeenkomsten georganiseerd waarin de implicaties van de nieuwe regelgeving zijn toegelicht en besproken. Over de exacte eisen waaraan sectoren moeten voldoen en over controle en handhaving zijn er nog veel vragen. Inmiddels zijn de NVWA samen met de Douane als bevoegde autoriteiten aangewezen om toepassing van de wet te controleren. Dit verschaft echter nog niet de door onze leden gewenste duidelijkheid over de implementatie.

Nevedi benadrukt – in samenspraak met MVO en het Comité, maar ook in overleg met de hout-, koffie- en cacaosector – dat meer duidelijkheid wenselijk is. Naast dit brancheoverleg is er regelmatig direct contact met projectleiders van de implementatie bij het ministerie van LNV. Ook met onze buurlanden stemt Nevedi af welke vragen en aandachtspunten er nog liggen en welke informatie nog ontbreekt voor een goede implementatie van de EUDR. Om op tijd te kunnen voldoen aan de eisen in de EUDR moet die duidelijkheid er vóór de komende zomer zijn. Bij de teelt van grondstoffen die gebruikt gaan worden in producten die in 2025 op de Europese markt komen moet immers al dit jaar rekening gehouden worden met de nieuwe regelgeving.

Naast de EUDR is ook de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSDR) relevant voor de sector. Deze richtlijn verplicht grote bedrijven om vanaf 2024/2025 te rapporteren over hun duurzaamheidsinspanningen. Voor veel bedrijven is dit nieuw en de CSDR zorgt dan ook voor uitdagingen op het gebied van bedrijfsinformatiesystemen.

Duurzame soja

De Nederlandse diervoedersector gebruikt 0,5% van de wereldwijde sojaproductie. Ondanks dit kleine marktaandeel wil de Nederlandse diervoederindustrie haar verantwoordelijkheid nemen om de sojateelt te verduurzamen. Daarom wordt in Nederlandse diervoeders alleen nog maar gecertificeerd ontbossingsvrije soja ingezet. Dat werkt eigenlijk net zoals groene stroom: alle elektriciteit uit het stopcontact is hetzelfde, maar door ‘groene stroom’ middels certificaten aan te kopen wordt de opwekking van groene stroom (wind- en zonne-energie) gestimuleerd. Hoe meer mensen groene stroom afnemen, des te meer vraag er komt naar duurzaam opgewekte energie. En zo werkt het met soja ook.

Europese brancheorganisatie FEFAC

De Europese brancheorganisatie FEFAC heeft ook richtlijnen opgesteld voor verantwoorde soja, de FEFAC Soy Sourcing Guidelines. De richtlijnen omvatten ecologische duurzaamheid, maar stellen ook eisen aan de arbeidsomstandigheden in de teeltgebieden, de rechten van landeigenaren en de bescherming van de lokale gemeenschappen. De Nevedi-leden houden zich aan deze richtlijnen bij de aankoop van soja. Nederland loopt daarmee voorop in de aankoop van gecertificeerde soja.

Nevedi is samen met NGO’s als het Wereldnatuurfonds (WWF) en Solidaridad mede-initiatiefnemer geweest bij de oprichting van de Round Table Responsible Soy (RTRS). Aan deze ronde tafel zitten sojaproducenten, handelaren, banken en verwerkers van soja en maatschappelijke organisaties. Samen hebben zij bij de start principes en criteria opgesteld die staan in het RTRS-certificatieschema voor verduurzaming van soja.

Duurzame palmolie

Uit de vruchten van oliepalmen wordt palmolie gewonnen. Deze olie wordt grootschalig ingezet in allerlei producten voor de mens. Niet alleen voor levensmiddelen (koekjes, soepen, sauzen, kant-en-klaarmaaltijden), maar ook voor verzorgingsproducten zoals zeep en shampoo.

Bij de palmolieproductie komen eiwitrijke nevenproducten vrij, palmpitschilfers en -schroot, die ingezet worden als eiwitrijke grondstof in diervoeders.

Net als bij soja spelen er bij palmolie ook de nodige maatschappelijk vraagstukken op het gebied van duurzaamheid. Ook hier zet de diervoederindustrie zich in om de teelt en verwerking te verduurzamen, onder meer via de Round Table Sustainable Palm Oil (RSPO).

Import grondstoffen

De Nederlandse diervoederindustrie wil minder afhankelijk worden van de import van grondstoffen. Op dit moment komt ongeveer 80% van de diervoedergrondstoffen al uit Europa. Zonnebloemen, raapzaad en lijnzaad worden in Europa geteeld voor de productie van olie en de eiwitrijke bijproducten van deze teelten worden ingezet als diervoedergrondstof.

Het percentage grondstoffen uit Europa kan nog verhoogd worden door de teelt van plantaardige eiwitbronnen zoals erwten, bonen, lupine en soja uit te breiden. Maar ook algen, wieren en eendenkroos kunnen een interessante bron zijn. Bovendien worden ze geteeld in water en is er dus geen schaarse landbouwgrond voor nodig.

Een andere ontwikkeling is de raffinage van gewassen en gewasresten. Er zijn veelbelovende proeven om eiwitten uit Nederlands gras en bietenblad te ‘destilleren’ en daar hebben we genoeg van in Nederland.

Volledig zonder?

De Europese plantaardige eiwitbehoefte voor diervoeder is zodanig dat import van eiwitgrondstoffen vooralsnog noodzakelijk blijft voor een diervoederpakket dat voldoet aan klimaateisen, dierwelzijn, kwaliteit, veiligheid en nutritionele behoefte van het dier.

Het certificatensysteem heeft een bewezen effect op het verduurzamen van het areaal duurzame soja en palm.

Henk Flipsen

Deel deze pagina

Scroll naar boven