Stikstof eiwit

Minder eiwit in melkveerantsoen draagt bij aan het verlagen van de ammoniakuitstoot in Nederland. Benieuwd hoe u de balans tussen milieu, melkproductie en diergezondheid kunt vinden?

In het kort

  • Neerslag van stikstofverbindingen in natuurgebieden bedreigt de biodiversiteit.
  • Om deze schadelijke depositie te reduceren moeten bedrijven minder stikstof uitstoten.
  • De diervoedersector heeft hierin een grote verantwoordelijkheid.
  • Leden van Nevedi ondersteunen melkveehouders actief bij het stapsgewijs verlagen van het ruweiwitgehalte in melkveerantsoen. Daarbij mogen diergezondheid en productie natuurlijk niet onder druk komen te staan.
  • Nevedi stimuleert het gebruik van losse aminozuren, waardoor het ruweiwitgehalte van varkens- en pluimveevoeders verlaagd kan worden.

Stikstofcrisis

Nederland zit in een ‘stikstofcrisis’. Maar wat betekent dat eigenlijk? Onze natuurgebieden gaan achteruit. Ze hebben te lijden onder een te hoge stikstofdepositie. Met andere woorden, er slaat te veel stikstof neer in natuurgebieden en dat bedreigt de biodiversiteit. Eigenlijk gaat het trouwens niet om ‘stikstof’, maar om stikstofverbindingen zoals oxides (nitraat en nitriet) en ammoniak.

Verantwoordelijkheid sector

Om de stikstofdepositie te verminderen moeten we minder stikstof uitstoten. Alle sectoren, dus ook de landbouw, moeten de uitstoot van stikstofoxides (NOx) en ammoniak (NH3) verlagen. De agrarische sector heeft een groot aandeel in de stikstofuitstoot, en dus ook een grote verantwoordelijkheid.

In de veehouderij zijn verschillende mogelijkheden om die uitstoot te verminderen:

  •  Ammoniak ontstaat pas als mest in aanraking komt met urine. Emissiearme vloeren en luchtwassers verminderen de emissie van ammoniak uit de stal.
  • Aanpassing van het management (meer weidegang, mest verdunnen met water) draagt ook bij.
  • Maar ook de voersamenstelling heeft invloed op de stikstofemissies in de veehouderij. Wat er niet in gaat komt er ten slotte ook niet uit!

Focus op melkvee

Investeringen in stallen, aanpassing van het management en versterking van de structuur van het landelijk gebied zullen ertoe leiden dat de melkveehouderij in 2030 een kwart minder stikstof uitstoot. De stikstofuitstoot uit de agrarische sector is tussen 1990 en 2010 overigens al met meer dan 60% afgenomen. Maar sindsdien stagneert de dalende trend.

grafiek stikstofuitstoot dit vinden wij eiwit stikstof nevedi

Aangepast rantsoen

Minder eiwit in melkveerantsoen is één van de maatregelen om de ammoniakuitstoot in Nederland terug te dringen. Een belangrijke, maar tegelijkertijd ook een spannende opgave. Hoe vind je immers de balans tussen milieu, melkproductie en diergezondheid? Hier komt precisiewerk om de hoek kijken.

De uitdaging is het verbeteren van de eiwitkwaliteit van het ruwvoer. Voor koeien is het mengvoer immers een aanvulling op het ruwvoer: hoe beter het ruwvoer, des te minder eiwitrijk mengvoer er bijgevoerd hoeft te worden.

Optimalisatie melkveevoerrantsoen

Verschillende agrarische organisaties, waaronder Nevedi, hebben gezamenlijk het afsprakenkader ‘Optimalisatie melkveevoerrantsoen met betrekking tot het ruw-eiwitgehalte’ opgesteld. Het doel hiervan is om op sectorniveau te streven naar een ruw-eiwitgehalte van maximaal 160 gram per kg drogestof in het melkveerantsoen per 2025.

Nevedi-leden tekenden bovendien in 2022 een intentieverklaring, waarin ze verklaren melkveehouders actief te ondersteunen bij het stapsgewijs verlagen van het ruw eiwit in melkveerantsoen.

Goed op weg

In augustus 2022 concludeerde het Ministerie van LNV dat de melkveesector goed op weg is wat betreft de stikstofuitscheiding. Zoals het nu lijkt, blijven de excreties in 2022 ruim onder het plafond. Ook het gemiddelde ruw eiwitgehalte in de rantsoenen laat een dalende trend zien. In 2021 lag het aandeel ruw eiwit op 165 gram per kg drogestof. Over 2022 wordt zelfs 162 gram ruw eiwit per kilo droge stof verwacht.

Rol diervoedersector

Verlaging van het eiwitgehalte in diervoeders moet natuurlijk wel zorgvuldig gebeuren! Te veel willen we niet vanwege de stikstofuitstoot, maar te weinig is schadelijk voor de gezondheid en de (melk)productie. Het mengvoer en het totale rantsoen moeten dus nauwkeurig samengesteld worden.

Advies en begeleiding

De diervoederbedrijven, verenigd in Nevedi, stimuleren de melkveehouders om de rantsoenen te optimaliseren. Zij adviseren en begeleiden de boer daarbij.

Na een oproep door Nevedi aan alle melkveevoerleverende leden reageerden nagenoeg alle bedrijven positief. Zij tekenden de intentieverklaring om melkveehouders actief bij te staan bij het verlagen van het eiwitgehalte in voer. Afgesproken is dat zij hun eigen werkorganisatie (adviseurs, verkoopdienst, nutritionisten, R&D, etc.) informeren en opleiden, zodat gerichte advisering over het verlagen van het ruw eiwitniveau in voer snel kan worden opgepakt.

Varkens en pluimvee

Ook in de varkens- en pluimveevoeding wordt het ruw eiwitgehalte van de voeders zo veel mogelijk verlaagd. Dat kan door losse aminozuren in het voer te verwerken waardoor het aandeel eiwitrijke grondstoffen in het voer verlaagd worden zonder dat de aminozurenbehoeften van het dier in de knel komen.

Deel deze pagina

Scroll naar boven