De CO2-voetafdruk van melk, vlees en eieren is voor het grootste deel toe te schrijven aan het diervoer. Leden van Nevedi maken grote stappen in het verkleinen van de milieu-impact van diervoeders.
In het kort
- De uitstoot van broeikasgassen bedreigt het klimaat en moet worden gereduceerd.
- Nevedi is zich ervan bewust dat diervoer een belangrijke bron van broeikasgasemissies in de veehouderij is.
- De diervoedersector ondersteunt veehouderijbedrijven bij klimaatvriendelijk produceren, door de koolstofvoetafdruk van mengvoeders te verkleinen.
- Dat doen we door gebruik te maken van de database en rekentools van het Global Feed LCA Institute. Nevedi maakt uit de GFLI-database uittreksels ten behoeve van de Nederlandse markt.
- Nevedi stimuleert het gebruik van nevenstromen – met een lage koolstofvoetafdruk – in diervoeders.
- Nevedi lobbyt in Brussel en zet zich in voor nader onderzoek naar de veiligheid van nevenstromen die nu nog niet zijn toegelaten voor gebruik in diervoeders, zoals voedselresten uit horeca en huishoudens.
Verantwoordelijkheid sector
De uitstoot van broeikasgassen is een wereldwijde bedreiging voor het klimaat. Om klimaatverandering tegen te gaan moeten we het gebruik van fossiele brandstoffen drastisch terugdringen. Ook de agrarische sector, de veehouderij en de diervoederindustrie hebben hierin een verantwoordelijkheid.
Diervoer is een belangrijke bron van broeikasgasuitstoot. Van de koolstofvoetafdruk van melk, vlees en eieren is het grootste deel namelijk toe te schrijven aan het voer. Daarom ondersteunt de diervoedersector de veehouderijbedrijven bij klimaatvriendelijk produceren. We doen dat door mengvoeders te maken met een lagere koolstofvoetafdruk.
Diervoedergrondstoffen
In de hele keten van voedergewasteelt, transport en verwerking wordt de koolstofvoetafdruk van het mengvoer opgebouwd. Zo is voor de productie van kunstmest bijvoorbeeld veel energie nodig. De koolstofvoetafdruk die dat oplevert, reist als het ware mee met het gewas naar de verwerkende schakels verderop in de keten. Een lager kunstmestgebruik in de teelt van voedergewassen zorgt dus voor een lagere koolstofvoetafdruk van het mengvoer.
Global Feed LCA Institute
Van alle diervoedergrondstoffen is de koolstofvoetafdruk in de hele keten bekend. Deze zijn opgenomen in een wereldwijd geaccepteerde database die beheerd wordt door de non-profitorganisatie GFLI (Global Feed LCA Institute). GFLI biedt daarnaast ook rekentools om de ecologische voetafdruk van diervoedergrondstoffen en mengvoeders te berekenen. Nevedi steunt het GFLI en maakt uit de GFLI-database uittreksels ten behoeve van de Nederlandse markt.
Invloed uitoefenen op uitstoot Methaan
Methaan is een krachtig broeikasgas, dat onder meer vrijkomt door de fermentatieprocessen in de pens van de koe. Dit proces heeft een groot aandeel in de totale broeikasgasemissie van de veehouderij. Daarom is methaan een speerpunt voor Nevedi.
Via het rantsoen van de koe kunnen we de methaanvorming beïnvloeden. De methaanvorming in de pens hangt af van de ruwvoer/mengvoer-verhouding en van de maïs/gras-verhouding in het rantsoen. Door rekening te houden met de methaanemissiefactoren van verschillende rantsoencomponenten kunnen we flink wat invloed uitoefenen op de methaanuitstoot van koeien. Inmiddels zijn er ook producten op de markt die toegevoegd kunnen worden aan melkveerantsoenen om de methaanemissie uit de pens te verminderen.
Inzet nevenstromen
Wat ook enorm helpt bij de verkleining van de voetafdruk van mengvoeders is zo veel mogelijk gebruik maken van reststromen uit de voedselketen.
Bij de productie van levensmiddelen voor de mens komen rest- en nevenstromen vrij, die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. In de hele productieketen wordt (het grootste deel van) de koolstofvoetafdruk toegerekend aan het hoofdproduct. De vrijgekomen resten (denk aan bierbostel uit de bierbrouwerij of aardappelschillen uit de frietindustrie) hebben dus een lagere voetafdruk dan grondstoffen die speciaal geteeld worden voor mengvoerproductie.
Andere reststromen – zoals gebroken koekjes, oud brood en levensmiddelen waarvan de verpakking beschadigd is – hebben zelfs een carbon footprint van nul als ze toepassing vinden in mengvoeders. Alle broeikasgasemissies die voortkomen uit het voortraject zijn immers al toegerekend aan het hoofdproduct voor de mens.
Lobby voor alternatieve nevenstromen
Nevedi lobbyt in Brussel en zet zich in voor nader onderzoek naar de veiligheid van nevenstromen die nu nog niet zijn toegelaten voor gebruik in diervoeders, zoals voedselresten uit horeca en huishoudens. Bij het inrichten van proeftuinen en pilotproeven kijken we ook naar de acceptatie van de consument.
Hoe meer rest- en nevenstromen we inzetten als diervoedergrondstof, des te lager de ecologische voetafdruk van mengvoeders en van de levensmiddelen van dierlijke oorsprong.
De voersector loopt in de hele voedselketen voorop in het in kaart brengen van de CO2-voetafdruk. Mede door initiatieven vanuit Nederland is er nu één objectieve, internationaal geaccepteerde en geharmoniseerde dataset met de carbon footprint van alle grondstoffen.
Henk Flipsen, directeur Nevedi