Door partijen soja te voorzien van een certificaat met productie-eisen, kunnen we controleren hoe de soja is geteeld. Deze eisen hebben onder andere betrekking op ontbossing, arbeidsomstandigheden, landgebruik en -bezit en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hoe meer partijen een certificaat eisen, hoe sterker afnemers staan tegenover de producenten van soja. Tot op heden loopt Nederland hiermee voorop. Ook in de ons omringende landen groeit de aandacht. Buiten Europa staat de verduurzaming van de sojateelt minder duidelijk op de agenda.
Het systeem
Het certificatiestelsel kun je een beetje vergelijken met zwemdiploma’s. De basis is het A-diploma, bij B en C ligt de lat steeds hoger.
Nevedi heeft al in 2015 met haar aangesloten diervoederbedrijven afgesproken dat alle soja in het diervoeder gecertificeerd moet zijn. A is het uitgangspunt. Nieuw streven is B+. Afhankelijk van de vraag naar duurzame soja en de bereidheid om er meer voor te betalen, komen ook andere ‘diploma’s’ voor.
De certificaten (diploma’s):
A. Book & claim
Dit is het A-diploma. Een afnemer koopt een partij soja met losse certificaten. Voor elke ton één certificaat. De afnemer weet dan niet zeker of juist deze specifieke partij voldoet aan de gestelde eisen. De afnemer weet wél zeker dat er elders eenzelfde hoeveelheid soja wordt geteeld die wel aan de eisen voldoet. Certificaat en partij soja zijn dus niet 1 op 1 aan elkaar gekoppeld.Je kunt dit vergelijken met Groene Stroom. De stroom die je koopt komt misschien uit een kolencentrale op de Maasvlakte, maar de producent heeft certificaten gekocht die net zo veel duurzame energie op een andere plek garandeert. Bijvoorbeeld gemaakt in Noorwegen met waterkracht. Het idee hierachter is dat de vraag naar deze certificaten duurzame productie aanwakkert.
B. Mass Balance
Het B-diploma gaat iets verder: er is een volumekoppeling. Een partij soja bestaat uit een percentage duurzame en percentage niet-duurzame soja. Deze verhouding staat op het certificaat. Het certificaat vertelt nÃet wat de herkomst van de partij is.
Een voorbeeld: als op een certificaat staat dat 40% van een partij soja duurzaam is geteeld, dan weet de afnemer zeker dat dit percentage ook echt duurzaam is. Van de rest van de partij staat dit niet vast. Ook weet de afnemer niet waar het duurzame percentage vandaan komt.
B+ Area Mass Balance
Een praktische uitwerking van deze certificering is Area Mass Balance. Om bij het voorbeeld te blijven: de afnemer weet dat 40% van een partij duurzaam is geproduceerd én binnen welke regio dat gebeurd is. In productielanden moet je dan denken aan een regio met een straal van 500 tot 1.000 kilometer rond de terminal waar de soja wordt verzameld.
Het Area Mass Balance Certificaat garandeert dat de partij soja in een bepaalde verhouding duurzaam is geteeld en waar hij (ongeveer) vandaan komt. Het is dus een tussenvorm voor A en B.
C.Full Segregation
Heeft een partij soja dit certificaat, dan kan de afnemer de gekochte partij soja terug volgen tot de individuele boer. Daardoor weet de afnemer dat deze soja volledig voldoet aan de gestelde duurzaamheidseisen. Bij dit certificaat ligt de lat dus het hoogst. Dat geldt ook voor de praktische haalbaarheid én de kosten
Vanaf 2025 zal de EU ontbossingsverordening de import van ontbossingsvrije producten een wettelijk kader geven. Nevedi steunt deze stap maar blijft ook de bestaande certificaten, als additionele eis, handhaven. De eisen van deze certificaten gaan veelal verder dan alleen het borgen van ontbossingsvrije producten, bijvoorbeeld ook bescherming van arbeidsrechten.