De Nederlandse diervoedersector wil een belangrijke bijdrage leveren aan kringlooplandbouw en verdere verlaging van de milieu-impact van dierlijke ketens. Die bijdrage wil Nevedi ook meetbaar maken voor zichzelf en haar leden, de overheid, ketenpartijen en maatschappelijke stakeholders. Daarom is eind vorig jaar het project Duurzaam Diervoeder gestart. In dit project wordt een dashboard voor duurzaam diervoeder ontwikkeld en willen we samen met ketenpartijen en in afstemming met de overheid concrete ambities voor duurzaam diervoeder vaststellen.
Het dashboard moet langjarig toepasbaar zijn, volledige transparantie en voldoende flexibiliteit bieden om jaarlijks de bijdrage van diervoeders aan verduurzaming van dierlijke productieketens te kunnen bepalen. Het project sluit aan bij hetgeen er in het kader van het voorgenomen Landbouwakkoord is besproken over de bijdrage vanuit duurzaam diervoeder.
Wat is de planning?
De KPI’s – en daarbij behorende definities en rekenmethoden – voor duurzaam diervoeder zijn afgelopen periode ontwikkeld en afgestemd. Momenteel wordt een nulmeting uitgevoerd over 2018. Op basis van deze nulmeting gaan we samen met de ketenpartijen en in overleg met de overheid concrete ambities vaststellen voor de verschillende KPI’s voor duurzaam diervoeder voor de periode tot 2040. Alle betrokken ketenpartijen hebben zich uitdrukkelijk gecommitteerd om met Nevedi vóór 1 januari 2024 tot ambitieuze duurzaamheidsdoelen te komen voor diervoeder met het oog op beleidsdoelen én het behoud van het verdienvermogen in de ketens.
Wat is onze inzet?
Als belangrijke schakel in de voedselketen, zetten we in op het verlagen van de CO2-footprint van diervoeder onder andere door het gebruik van ontbossingsvrije grondstoffen, energiebesparing en inzet van groene energie voor het produceren van (meng)voer en het verduurzamen van het transport van diervoeder. Daarnaast willen we met onze advisering over de samenstelling van het rantsoen, de inzet van voeradditieven en het verbeteren van de efficiëntie van het omzetten van diervoeder in melk, vlees of eieren) ook een bijdrage te leveren op het boerenerf om de CO2-footprint te verlagen. Ook de innovatieagenda van diervoederbedrijven is hierop ook nadrukkelijk gericht.
Onze bijdrage aan het versterken van de biodiversiteit is gericht op het verbeteren van de stikstof- en fosfaatefficiency in de melkveehouderij via diervoeder en op het gebruik van sojaschroot en palmolie uit gebieden waar geen conversie van regenwoud en andere biodiverse gebieden heeft plaatsgehad.
Door keteninnovatie en aanpassing van regelgeving willen we dat meer co-producten en voormalige voedingsmiddelen ingezet kunnen worden voor toepassing in diervoeder. Dit resulteert ook in minder landgebruik primair voor de teelt voor diervoeder. Het verhogen van het aandeel co-producten en voormalige voedingsmiddelen in diervoeder mag niet ten koste mag gaan van diergezondheid. Van groot belang daarbij is dat toepassing van deze producten voor opwekking van energie of andere laagwaardige toepassingen wordt vermeden. Zo overwegen steeds meer bedrijven om in het kader van klimaatbeleid hun co-producten te vergisten. Graag willen we ook samen de overheid onderzoek doen naar hoe we nog meer bestaande co-producten geschikt kunnen maken voor gebruik in diervoeder.
De visie van Nevedi is grondstoffen van dichtbij waar het kan, verder weg indien nodig. Inmiddels is al bijna 80% van alle diervoedergrondstoffen van Europese herkomst. Onze ambitie is om dit nog verder te laten stijgen mits de beschikbaarheid van diervoedergrondstoffen uit Europa op peil blijft en dit niet leidt tot verslechtering van het verdienvermogen van onze dierlijke productieketens en de veehouders in het bijzonder.
Bron: Nevedi