De Nederlandse diervoederindustrie maakt diervoeders. Vooral voor koeien, varkens en kippen. Hiervoor worden meer dan 500 verschillende ingrediënten gebruikt. Bijna 80% van deze ingrediënten komt uit Europa. Het overgrote deel hiervan zijn nevenstromen uit onze eigen levensmiddelenindustrie. De overige 20 procent komt uit Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Azië. De bekendste grondstof uit deze landen is sojameel. Dat blijft over nadat de olie voor levensmiddelen uit de sojaboon is geperst.
Gebruik Nederlands diervoer: 0,5% van de wereldproductie
Nederland gebruikt 1,8 miljoen ton sojameel voor de productie van diervoeders. Dit is een half procent van alle soja die wereldwijd wordt geproduceerd, in totaal 335 miljoen ton soja. We hebben wereldwijd een marktaandeel van 0,5% van de wereldproductie. Ondanks dit kleine marktaandeel wil de Nederlandse diervoederindustrie uiteraard wel haar verantwoordelijkheid nemen en duidelijke signalen afgeven om de productie van soja duurzaam en dus ontbossingsvrij te maken.
Dubbele strategie tegen ontbossing
De Nederlandse diervoedersector wil blijven bijdragen aan het uitbannen van ontbossing. Er wordt gewerkt via een dubbele strategie:
- Certificering van duurzame soja volgens internationale regels. Die moeten gelden voor alle partijen en vastliggen in wet- en regelgeving. De Nederlandse diervoederindustrie gebruikt al sinds 2015 100% gecertificeerde soja in Nederlands diervoer.
- Vermindering van de afhankelijkheid van de wereld-sojamarkt. We ontwikkelen alternatieven voor soja binnen Europa of dichter bij Europa. Op termijn moeten alternatieve eiwitbronnen voor soja de afhankelijkheid van de wereldhandel verkleinen. Beide sporen gaan stap voor stap en kosten tijd, geld en vragen om samenwerking.
Beide sporen gaan stap voor stap en kosten tijd, geld en vragen om samenwerking.
We leggen onze aanpak uit in de video ‘Verantwoorde soja, hoe regelen we dat?’
Bron: