Waarom maken we diervoer?

Waarom hebben we eigenlijk een diervoederindustrie? Waarom maken we het voer voor boerderijdieren in fabrieken? Koeien grazen toch gewoon in de wei, kippen scharrelen hun kostje buiten bij elkaar en varkens krijgen de restjes uit de moestuin en de keuken?

De schillenboer van vroeger

De schillenboer ging vroeger langs de deur om voedselresten op te halen en ook dat ging  naar het vee. De kippen kregen af en toe een handje graan of een restje rijst, de varkens smulden van wei dat overbleef bij de kaasbereiding en het kaf van korenmolens ging ook naar het vee. Eigenlijk is dit ook nu nog steeds de basis van de voeding van boerderijdieren.

De ‘restjes’ van nu

De schillenboer is er niet meer, maar in de diervoeding maken we nog steeds veel gebruik van nevenstromen uit de levensmiddelenindustrie. Denk aan bietenpulp uit de suikerindustrie, aardappelpersvezels uit de aardappelindustrie en bierbostel uit de brouwerij. Maar ook retourstromen uit de winkel, zoals brood en koekjes, worden verwerkt in diervoeders. Kortom, heel veel (rest)producten die wij mensen niet kunnen of willen eten komen terecht in diervoeders. Vervolgens maakt het dier daarvan weer hoogwaardige voedingsmiddelen voor de mens: melk, vlees en eieren.

Uitdaging huidige markt

Om de inzet van nevenstromen economisch rendabel te maken is er wel een constante en grote aanvoer nodig. Ook gelden er strenge eisen aan de voedselveiligheid, wat zorgt voor grote uitdagingen bij het hergebruiken van nevenstromen.

Professionalisering

Het maken van voer voor landbouwhuisdieren is nu veel meer dan vroeger gebaseerd op wetenschappelijke kennis over de behoeften van het dier. De diervoederindustrie is nu professioneler, efficiënter en grootschaliger dan vroeger.

We weten nu exact wat een koe, een varken of een kip nodig heeft om lang en gezond te leven en om veel melk, vlees en eieren te produceren. In de diervoederindustrie worden de voeders zorgvuldig samengesteld: In elke levensfase krijgt het dier een voer dat precies de goede hoeveelheden voedingsstoffen in de juiste verhoudingen bevat. Denk aan energie, eiwit (aminozuren), vet, mineralen, vitaminen en spoorelementen. Hierdoor zien we bij landbouwhuisdieren in Nederland eigenlijk nooit meer gezondheidsproblemen ten gevolge van tekorten aan essentiële voedingsstoffen.

Samenstellen van voer

De nutritionist in de mengvoerfabriek is verantwoordelijk voor de samenstelling van de mengvoeders voor varkens, pluimvee en rundvee. Hij of zij heeft daarvoor een bestand met alle beschikbare grondstoffen ter beschikking, met daarin de samenstelling van de grondstof, de verteerbaarheid en de prijs. Met behulp van de computer formuleert de nutritionist een voer dat voldoet aan alle voedingseisen en tegen acceptabele kosten geproduceerd kan worden.

Duurzame voeders

Tegenwoordig is ook van alle grondstoffen de koolstofvoetafdruk bekend en vastgelegd in een internationaal geaccepteerde database. Hierdoor kan de nutritionist bij de samenstelling van het voer dus ook sturen op minder broeikasgasemissie door te kiezen voor grondstoffen met een lagere koolstofvoetafdruk.

Sluiten van kringlopen

Deze professionele diervoederproductie zorgt voor:

  • Efficiënt grondstoffengebruik
  • Minimale verspilling
  • Minder verlies van mineralen (stikstof en fosfaat in mest)
  • Minder uitstoot van broeikasgassen en ammoniak
  • Minder beslag op schaarse ruimte
  • Optimale diergezondheid
  • Hoge productie

De diervoederindustrie draagt zo bij aan het sluiten van kringlopen in het voedselsysteem en aan een meer circulaire economie.

Toekomstige voedselvoorziening

Zorgvuldig samengestelde en professioneel geproduceerde diervoeders maken de dierlijke productie een stuk efficiënter. De diervoederindustrie geeft dus een deel van het antwoord op de vraag hoe we in 2050 op een verantwoorde, duurzame manier zo’n tien miljard mensen op de wereld van hoogwaardige en betaalbare voeding (vlees, eieren en zuivel) kunnen voorzien.

Deel deze pagina

Scroll naar boven