Op weg naar de Tweede Kamer verkiezingen

In de aanloop naar de Tweede Kamer verkiezingen op 22 november heeft Nevedi diverse punten onder de aandacht gebracht van de verschillende politieke fracties en thans bekende landbouwwoordvoerders. Daarmee voorzien we politieke partijen en programmacommissies van diervoedergerelateerde informatie, waarmee verder inhoud kan worden gegeven aan de verkiezingsprogramma’s.

In het kort:

  • Nevedi wil een belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van de dierlijke ketens.
  • Die bijdrage wil Nevedi ook meetbaar maken voor zichzelf en haar leden, de overheid, ketenpartijen en maatschappelijke stakeholders.
  • De diervoederketen speelt een belangrijke rol bij de verduurzaming van landbouwsystemen en de voedselketen.
  • Het Project Duurzaam Diervoeder 2030 levert een waardevolle bijdrage aan deze verduurzaming.
  • De diervoedersector heeft de overheid nodig om de verduurzamingsambities waar te kunnen maken.
  • Nevedi heeft de politieke partijen voorzien van cruciale informatie over de ambities en activiteiten van de diervoedersector, waarmee de fracties invulling kunnen geven aan de verkiezingsprogramma’s.

Verkiezingsprogramma’s
Vanwege de vervroegde Tweede Kamer verkiezingen op 22 november zijn de programmacommissies van de diverse politieke partijen druk met het opstellen en/of de presentatie van hun verkiezingsprogramma’s. Duurzaamheid en circulariteit komen in al die programma’s natuurlijk aan de orde. Nevedi vindt het belangrijk om de rol van diervoederketen daarin onder de aandacht te brengen. Daarom hebben we in juli al een brief gestuurd naar de verschillende fracties, om ervoor te zorgen dat de diervoederketen een plek krijgt in de verduurzamingsparagraaf van de verkiezingsprogramma’s. Om de transitie naar duurzamere landbouwsystemen te versnellen is het belangrijk dat innovaties worden omarmd, dat invoering ervan wordt versneld en via monitoring erkenning krijgen. In dat kader is Nevedi het Project Duurzaam Diervoeder 2030 gestart, waarin kpi’s worden benoemd, concrete ambities worden vastgesteld en een betrouwbaar monitoringssysteem voor duurzaam diervoeder wordt ontwikkeld.

Ambities van de diervoederketen
Om verdere verduurzaming in de diervoederketen te bewerkstelligen heeft Nevedi vier ambities geformuleerd:
1. Verlaging van de carbon footprint (CFP) van diervoeders. Door de CFP per eenheid diervoeder te verlagen en door leden te adviseren over voersamenstellingen zal ook de CFP per eenheid dierlijk product (vlees, melk, eieren) afnemen.
2. Gebruik van 100% ontbossingsvrije sojaproducten en palmolie vanaf 2025. Dit is conform de EU Deforestation free Regulation (EUDR) . Aansluitend zal de vervolgstap naar 100% conversievrije soja- en palmproducten gezet worden.
3. Vergroten van het aandeel circulaire grondstoffen. Het aandeel rest- en bijproducten uit de humane voedselketen in diervoeders is nu ongeveer een derde. Ons streven is om dit verder te verhogen tot meer dan de helft in 2040. Doel is om de concurrentie tussen grondstoffen voor diervoeders en grondstoffen voor humane consumptie te verminderen.
4. Het verder regionaal sluiten van kringlopen. Inmiddels is al bijna 80% van alle diervoedergrondstoffen van Europese herkomst. Onze ambitie is om dit tot 2040 nog verder te laten stijgen.

Randvoorwaarden
Onze ambities kunnen we alleen realiseren in samenspraak en samenwerking met alle schakels van de keten en de overheid.
Daarom pleiten we bij de overheid voor ruimte voor onderzoek naar en ontwikkeling van innovaties die een bijdrage kunnen leveren aan verduurzaming van landbouw- en voedselsystemen. Voor meer inzet van circulaire grondstoffen in diervoeders is het een voorwaarde dat de toepassing van deze stromen voor energieopwekking of andere laagwaardige toepassingen wordt vermeden. Daarvoor zijn keteninnovaties en aanpassing van regelgeving nodig. Om kringlopen beter te sluiten moeten er voldoende diervoedergrondstoffen van Europese en Nederlandse herkomst beschikbaar zijn. Het is ook van belang om de samenhang tussen de verschillende duurzaamheidsthema’s te benoemen en mogelijke afwenteling (waterbedeffecten) in kaart te brengen. Zo kan een grondstof uit Europa een hogere CFP hebben dan een grondstof van buiten Europa. Dit willen we eveneens met de monitoring op Duurzaam Diervoeder inzichtelijk maken zodat afgewogen keuzes kunnen worden gemaakt.
Het verdienvermogen van veehouders blijft een cruciale randvoorwaarde bij de optimalisatie van diervoedersamenstellingen ter verduurzaming van de dierlijke productieketen.

Consequenties
Onze ambities en het maatschappelijke en politieke streven naar verduurzaming kunnen
grote gevolgen hebben voor de kostprijs van het dierlijke product, waarbij de effecten sterk kunnen verschillen tussen ketens.
Kostprijsstijgingen moeten door de markt geabsorbeerd kunnen worden, bijvoorbeeld via een
meerprijs voor eindproducten met een lagere CO2-voetafdruk per kg eindproduct. Dan blijft het verdienvermogen van de veehouder behouden. De inkomenseffecten zullen tenminste jaarlijks getoetst moeten worden, zodat doelen waar nodig bijgesteld kunnen worden. Andere beleidsonderdelen, zoals de Dierwaardige Veehouderij ambities, hebben ook invloed op voersamenstellingen. Nevedi vindt het daarom van belang dat de impact van overheidsbeleid op duurzaamheid en economie integraal wordt vastgesteld.
Het stimuleren van toegevoegde waarde in ketens is van groot belang om onze ambities inhoud te kunnen geven. Om marktontwikkeling te versnellen vragen we van de overheid om (financieel en ander) stimulerend instrumentarium te ontwikkelen en beschikbaar te maken. Daarbij wordt gedacht aan stimuli waarbij ketenontwikkelingen die leiden tot het behalen van deze ambities in de eerste jaren financieel worden ondersteund. Daarnaast is het belangrijk dat er financiële middelen beschikbaar komen om de transitie voor productie voor Europese markten mogelijk te maken.
Nevedi pleit voor passende wet- en regelgeving om duurzame innovaties en aanpassingen voor verduurzaming gemakkelijker maken maar óók om controlerende en administratieve ballast te vermijden of bij voorkeur te schrappen.
Binnen de diervoedersector zijn forse additionele investeringen nodig voor de verdere verduurzaming van de mengvoederproductie en -transport. Daarom is een gezamenlijk stimuleringsfonds nodig om de innovaties op grondstofgebied (bijvoorbeeld opwaardering van laagwaardige eiwitbronnen) aan te jagen en de toepasbaarheid in de mengvoerfabrieken en op het boerenerf te vergroten.

Samenwerking tussen industrie en overheid
Als diervoederindustrie hechten we aan nauwe samenwerking met het ministerie van LNV. Niet alleen in het kader van ons project Duurzaam Diervoeder 2030, maar ook omdat diverse ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving impact hebben op het doelbereik voor de diervoederindustrie (denk bijvoorbeeld aan de beschikbaarheid van rest- en bijproducten voor diervoeder; de implementatie van de regelgeving betreffende ontbossingsvrije grondstoffen, et cetera). Investeringen in publiek-privaat onderzoek om innovaties te versnellen zijn dringend noodzakelijk.

“Om de diervoederketen en het dierlijke productiesysteem als geheel verder te verduurzamen hebben we de overheid nodig. Ook in de toekomst werkt Nevedi graag samen met het Ministerie van LNV om verdere verduurzaming mogelijk te maken. De overheid kan ons helpen onze ambities waar te maken.”

Henk Flipsen

Deel deze pagina

Scroll naar boven